Het was donderdag 18 januari. De Westerstorm legde het complete treinverkeer in de randstad plat. Code Rood. Ik moest van Amsterdam naar Den Haag voor een belangrijke afspraak. Een auto voor de deur is op dat moment geen overbodige luxe. Niet van mij maar van Connectcar. Een (tikkie krakkemikkige) Smart met wie ik op die dag het meteorologisch geweld heb getrotseerd. Deze manier van autogebruik staat nu nog in de kinderschoenen, maar behoort snel tot de orde van de dag: De perfecte stoel- en stuurhoogte, juiste temperatuur, spiegels goed, bestemming op je GPS en je favoriete afspeellijst. Bij elke auto waar je instapt. Geen sleutel nodig, alleen een telefoon. Wel even zorgen dat je die bij je hebt. Na de rit wordt er automatisch een paar euro afgeschreven, tenzij je een abonnement hebt.
Stay connected
De tweede verregaande trend in de autosector is connectiviteit: Het in verbinding staan van auto´s met meerdere gebruikers, verkeersdeelnemers en infrastructuur. In de toekomst worden alle auto’s volledig digitaal toegankelijk. Geprogrammeerd om autodelen te vergemakkelijken. Net als veel andere sectoren kent ook de autosector een paradigmaverschuiving van bezit naar gebruik. De auto wordt een dienst. Dit is onder andere te zien in het steeds populairder wordende private leasen. Waarom is dit zo interessant? De gemiddelde auto staat 95% van de tijd stil. Mobiliteit is dus niet het probleem, eerder immobiliteit. Efficiënter autogebruik betekent efficiënter ruimtegebruik. Door meer mensen gebruik te laten maken van minder auto’s, komen vraag (autogebruik) en aanbod (ongebruikte auto’s) dichter bij elkaar.
Als de vraag gelijk blijft, kan het aanbod naar beneden. Dat betekent minder geparkeerde auto’s, dus minder parkeerplekken. Minder parkeerplekken biedt kansen voor meer kwaliteit in de openbare ruimte. Voor groen, terrassen, speeltuinen, wandel- of fietspaden. Bij efficiënter autogebruik moeten ook parkeernormen worden herzien. Investeringen voor kostbare ondergrondse garages kunnen beter worden besteed aan bijvoorbeeld betaalbare woningen of het verduurzamen van gebouwen. Er ontstaan nieuwe kansen voor binnenstedelijke verdichting. Ik sprak een tijdje terug met Robin Berg (We Drive Solar), die in Utrecht de strijd aangaat met autobezit. Het elektrisch deelauto netwerk heeft zich inmiddels als een olievlek over de stad verspreid. Een abonnement op zo’n deelauto moet mensen ontmoedigen om zelf een auto aan te schaffen.
De mogelijke keerzijde is dat door autodelen de toegankelijkheid van autogebruik toeneemt en het daardoor drukker op de weg wordt. Grote steden, tel je zegeningen, want verkeersinfarcten liggen dan overal op de loer. Het is dus belangrijk dat de vraag naar autogebruik niet te veel toeneemt. De combinatie van deelauto’s met andere vervoersmiddelen is dus cruciaal. De deelauto dient onderdeel te zijn van een totaal mobiliteitsplaatje met goede fiets- en openbaarvervoersverbindingen.
Veel mensen vinden autodelen nog spannend. Voor sommigen is de auto een status symbool of een hobby, voor anderen een secundaire arbeidsvoorwaarde. De deelauto zal het voorlopig ook niet winnen van de veelgebruikte gezinsauto. Maar ik weet zeker dat de sporadisch gebruikte tweede auto er snel aan zal geloven. In de grote steden, waar de slag om de ruimte het grootst is, zal het aanbod deelauto’s de komende jaren fors toenemen.
Binnenkort deel 3: robot cars
Door: Jan Stoop